Nieuwe richtlijn verhoogt veiligheid op luchthaven Zaventem !

Belga
mercredi 23 octobre 2013

BRUSSEL 22/10 (BELGA) ; 23/10/2013, 13u41

De richtlijn van het Directoraat-Generaal Luchtvaart (DGLV) van afgelopen zomer over de toegelaten windnormen verhoogt net de veiligheid op de luchthaven van Zaventem. Dat heeft staatssecretaris Melchior Wathelet (cdH) dinsdag in de Kamer verklaard. Hij benadrukte dat de nieuwe procedures een betere verdeling van de hinder zullen veroorzaken.

Tijdens de zomer was ophef ontstaan over de wijziging van de windnormen op Zaventem. Ook sommige piloten kropen in hun pen en meenden dat die aanpassing tot onveilige situaties zouden kunnen leiden. Bevoegd staatssecretaris Wathelet kreeg dinsdag in de Kamercommissie Infrastructuur tal van vragen over het dossier.

In een omstandig antwoord onderstreepte Wathelet dat hij de akkoorden uitvoert die in 2008 en 2010 het levenslicht zagen onder impuls van toenmalig staatssecretaris Etienne Schouppe. Daarbij telt enkel de veiligheid. "Op dit element aanvaard ik noch toegevingen, noch compromissen", luidde het.

Wathelet herhaalde de principes waarop de Schouppe-akkoorden waren gebaseerd : het gebruik van de pistes 25L en 25R als preferentiële pistes, het verminderen van het aantal routes en het hanteren van dezelfde windnormen op alle preferentiële banen.

Wat die windnormen betreft, benadrukte de staatssecretaris dat die sinds 2005 op 7 knopen ligt op de luchthaven van Zaventem en dat dit zo blijft na de instructie van DGLV van juli 2013. Hij ontkende meteen dat daardoor onveilige windnormen worden gehanteerd die nergens anders in Europa worden gebruikt. Op Charleroi en in Parijs ligt die op 8 knopen, terwijl in Spanje en Italië 10 knopen de norm is. Hij merkte overigens op dat de piloten indertijd - in 2003 - hadden gevraagd de staartwindcomponentwaarde op de banen 25 op te trekken van 8 naar 10 knopen.

Volgens Wathelet verhoogt de instructie zelfs de veiligheid. De norm blijft immers 7 knopen, maar de windsnelheid wordt voortaan gemeten vanaf de piste 25R en niet langer vanaf 25L, die lagere waarden gaf. Bij de norm van 7 knopen wordt een extra buffer voorzien. Die houdt in dat van piste wordt veranderd van zodra er windstoten zijn van 12 knopen gedurende 3 seconden, ook als de gemiddelde snelheid lager blijft dan 7 knopen.

Voorts worden kleine afwijkingen onder de 5 knopen niet meegerekend. Er komen ook extra criteria rond de zichtbaarheid, terwijl piloten meer autonomie krijgen om uit veiligheidsredenen een andere piste te kiezen en daarvoor geen geschreven aanvraag meer moeten versturen. "De instructie van juli 2013 bevat dus geen enkele toegeving inzake veiligheid", aldus nog de staatssecretaris.

Hij gaf toe dat er ook een luik hinder aan het dossier is, maar dat die niet boven de veiligheid staat en dat hij over capaciteit en overlast best wil debatteren. De nieuwe instructie zorgt volgens hem ook voor een betere verdeling van de hinder : Noordrand 40 procent, Oostrand 50 procent en Brussel 10 procent. "Niemand is gelukkig, iedereen neemt een deel van de hinder op zich. Dat is de filosofie van de akkoorden. Ik voer die enkel strikt uit", luidde het. "Voor sommigen die minder werden overvlogen door een erg ruime toepassing van de regels, zal dat erg onrechtvaardig overkomen".

Hij benadrukt nog dat de volledige omzetting van de akkoorden in alle transparantie gebeurt. De laatste stappen zijn de versterking van de ombudsdienst, de oprichting van een onafhankelijke autoriteit die de geluidshinder rond de luchthaven moet controleren en de verankering van de procedures in een wet.