Regering akkoord - Mobiliteit - Luchtaven
10. MOBILITEIT
10.3 Luchthaven
10.3.1 Duurzame oplossing voor de geluidshinder rond de luchthaven Brussel-nationaal
Gezien het bijzonder grote belang van de luchthaven van Brussel-Nationaal voor de economie en de tewerkstelling in ons land zal de regering de economische ontwikkeling van de luchthaven ondersteunen met in achtneming van de leefomstandigheden van de omwonenden en van alle burgers die geluidshinder ondervinden.
Op korte termijn, in overweging nemend het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel van 31 juli 2014, kondigt de regering een moratorium af op de wijzigingen die op 6 februari 2014 aan de vliegroutes werden aangebracht. Ze zal Belgocontrol onmiddellijk de opdracht geven om de terugkeer naar de situatie voor 6 februari 2014 voor te bereiden en te implementeren. De routes die op 9 januari 2014 en op 6 maart 2014 in gebruik werden genomen, zullen worden geëvalueerd en waar nodig aangepast, in het kader van een aanvaardbare oplossing.
Om een structurele en definitieve oplossing uit te werken, blijven de luchthavenakkoorden, bevestigd door de ministerraden van 19 december 2008 en 26 februari 2010, het uitgangspunt vormen voor het beleid om de geluidshinder rond de luchthaven Brussel-Nationaal aan te pakken, inzonderheid in de dichtbevolkte gebieden. Andere pistes zullen desalniettemin worden onderzocht, in overleg met de operatoren, inzonderheid met betrekking tot investeringen in de luchthaveninfrastructuur of de aanpassing van de nachtactiviteiten om de geluidshinder te verminderen.
Het preferentieel baangebruik en de windnormen die integraal onderdeel van deze akkoorden uitmaken, blijven gehandhaafd en zullen wettelijk verankerd worden in een vliegwet. In dezelfde wet zal de procedure om routewijzigingen door te voeren, worden opgenomen. Elke eventuele creatie- of wijzigingsprocedure voor een vliegroute dient via de ministerraad te verlopen na degelijke impactstudies (inzake veiligheid, capaciteit en leefmilieu) en na raadpleging van de bevolking.
In overleg met de Gewesten zal de regering bovendien waken over de oprichting van een onafhankelijk orgaan voor de controle van de lawaaihinder rond de luchthaven Brussel-Nationaal dat wordt opgericht vanuit het directoraat-generaal luchtvaart (DGLV). De oprichting van dit orgaan zal geen overheadkosten met zich meebrengen. Een samenwerkingsakkoord zal worden gesloten met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het zal de werkwijze voor de toepassing van de Brusselse geluidsnormen betreffen.
Overwegende de verdeling van de bevoegdheden tussen de Gewesten en de Federale Overheid inzake de uitbating van de luchthaven, het beheer van de luchtruim en de milieu-impact van het luchtverkeer zal de regering samenwerkingsakkoorden met de Gewesten afsluiten.
10.3.2 Belgocontrol
De regering zal een nieuw samenwerkingsakkoord met de Gewesten sluiten om de modaliteiten en de financiering van de luchtvaartnavigatiedienstverlening op de Belgische luchthavens te regelen op basis van het principe “de gebruiker betaalt”. Hierbij zal de creatie van een level playing field tussen de Belgische luchthavens vooropstaan. Dit nieuwe akkoord moet het samenwerkingsakkoord van 1989 vervangen.
De beschikbare middelen worden kostenefficiënt ingezet. Transparantie wordt een bindende norm, zowel in het tarievenbeleid als bij de oplevering van correcte informatie over luchtverkeersvolumes door luchthaven-autoriteiten.
De regering zal Belgocontrol opdragen om, na overleg met de sociale partners, een voorstel uit te werken dat in geval van staking toch een gegarandeerde dienst voorziet.
Daarbij wordt voorrang gegeven aan de sociale dialoog en zal geen afbreuk gedaan worden aan het stakingsrecht.
Er wordt gestreefd naar de integratie van dienstverlening en luchtruim in Beneluxverband, als opstap naar een eengemaakt Europees luchtruim (FABEC). De militaire en civiele luchtverkeersleiding worden geïntegreerd.
10.3.3 Onbemande vliegtuigen
De regering zet zich in om een wettelijk kader te creëren voor het gebruik van onbemande vliegtuigen, rekening houdend met het innovatief karakter, met veiligheidsoverwegingen en met het respect voor het privéleven.